Op 21 januari 2021 vond een informele consultatie plaats over het conceptwetsvoorstel mediation met organisaties in het veld, waaronder de VMSZ. Deze consultatie gaat aan een eventuele openbare internet-consultatie vooraf. Deze informele consultatie mag van het ministerie van JenV uitsluitend met de besturen van de betrokken organisaties gedeeld worden. Inmiddels heeft JenV naar aanleiding van het verzoek van de organisaties om hun achterban te mogen informeren het volgende bericht geformuleerd:
Tijdens de Ronde Tafel bijeenkomst op 21 januari 2021 is een conceptwetsvoorstel mediation besproken met betrokken organisaties, voorafgaand aan een eventuele openbare internetconsultatie.
Het conceptwetsvoorstel bevat samengevat de volgende onderdelen:
Register voor beëdigd mediators gehouden door de minister voor Rechtsbescherming, inclusief aanwijzing van beroepsorganisaties voor eenvoudiger toegang tot het register, kernwaarden, rechten en plichten van beëdigd mediators, klachtprocedure, gebruik van beëdigd mediators door (overheids)instellingen en gerechten;
Wijzigingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering t.a.v. verwijzingsmogelijkheid, verschoningsrecht, inverbindingstelling d.m.v. informeren rechter over of pre-processueel overleg is gevoerd, pre-processuele houding meewegen bij proceskostenveroordeling;
Wijzigingen van de Algemene Wet Bestuursrecht t.a.v. vroegtijdige communicatie en verwijzingsmogelijkheid.
De kwaliteitseisen aan mediators inclusief specialisatie en aandachtsgebieden en de eisen voor aanwijzing van beroepsorganisaties worden nader uitgewerkt bij algemene maatregel van bestuur[1]. Tijdens de bijeenkomst en uit de schriftelijke reacties bleek dat het conceptwetsvoorstel niet op breed draagvlak kon rekenen. Dit is voor ons aanleiding geweest om nadere gesprekken te voeren met een aantal individuele organisaties.[2] We zullen deze gesprekken naar verwachting op korte termijn afronden en houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.
Reactie VMSZ
Het bestuur van de VMSZ heeft een schriftelijke reactie ingediend op het onderdeel m.b.t. het register voor beëdigd mediators (eerste gedachtestreepje). Kern van deze reactie zijn drie punten. Als eerste vindt het bestuur dat er pas gefundeerd en gemotiveerd ja of nee op voorstellen gezegd kan worden, wanneer de inhoud ervan bekend is. Door de inhoud naar latere AMVB-s te verwijzen, zonder enige indicatie van die inhoud te geven, hebben we onvoldoende houvast voor een inhoudelijke reactie. Ten tweede is naar de mening van het bestuur de onafhankelijkheid van ons als mediators er mee gediend dat het toezicht en de kwaliteitsbewaking in handen van de beroepsgroep zelf komt te liggen (i.p.v. bij JenV). Ten derde vindt het bestuur dat de beroepsgroep op basis van gelijkwaardigheid betrokken zou moeten worden in het bepalen van te stellen kwaliteitseisen. Geen van deze drie zaken zagen wij terug in de voorstellen.
Het bestuur heeft laten weten in beginsel voorstander te zijn van een register van beëdigd mediators, en van de mogelijkheid daarin specialisaties aan te geven, mits aan de hierboven genoemde drie belangrijkste wensen tegemoetgekomen kan worden. De VMSZ houdt zich aanbevolen om mee te denken over de vorm waarin dat (het beste) zou kunnen. Tenslotte deed het bestuur nog een suggestie om te onderzoeken of en hoe het MfN-register met een wettelijk register geïntegreerd kan worden, i.p.v. deze naast elkaar te laten bestaan (ook met oog op de kosten voor onze leden).
[1] een wet moet worden goedgekeurd door het parlement, daar gaat een internetconsultatie aan vooraf waardoor het veld in elk geval iets in kan brengen; een AMVB is een besluit van de regering, dat ook door de regering (eigenmachtig) weer gewijzigd kan worden.
[2] Hiervoor is de VMSZ (vooralsnog) niet uitgenodigd, wel worden wij geïnformeerd via de MfN, zie voor meer informatie ook de Nieuwsbrief van de MfN d.d. 12 februari 2021
Comments